Niet kunnen voelen --Bruce Perry en de langdurige gevolgen van trauma uit de kindertijd

Gepubliceerd door Oliane op 11 december 2016

Herzien op 20 april 2020

Toen ik onlangs in The Sun het interview las van Jeanne Supin The Long Shadow1 met de bekende kinderpsychiater en neurowetenschapper Bruce Perry bekroop me hetzelfde ongemakkelijke gevoel dat ik jaren geleden ook had bij het lezen van het boek Born for Love.2 Het is de emotioneel afstandelijke beschrijving van trauma die me tegenstaat en ik deel dezelfde ervaring met Alice Miller en met een sensitief intelligente briefschrijver op haar website als deze schrijft dat Perry veel weet over de ontwikkeling van het brein maar dat op een afstandelijke manier beschrijft.3 Ik heb de indruk dat ook Supin iets van deze afstandelijkheid ervaart als ze schrijft dat Perry in de twee dagen dat zij hem interviewde, voornamelijk sprak over trauma uit de kindertijd in termen van neuronen en hersenontwikkeling.

Voor Perry lijkt trauma vooral te gaan over vreselijke gebeurtenissen zoals situaties van huiselijk geweld, een schietpartij op school of kinderen die ernstig verwaarloosd of misbruikt zijn. Hiermee wekt hij bij mij de indruk dat een niet-empathische, ongevoelige behandeling van het kind, bijvoorbeeld wanneer een ouder zijn stem verheft, het kind een tik op de vingers geeft, commando’s gebruikt als ‘nee’, ‘opruimen’, ‘nú’, ‘kijk me aan als ik spreek’ of met een afkeurende blik het kind aankijkt, zijn behoeften negeert, geen ernstige traumatische gebeurtenissen kunnen zijn met langdurige gevolgen.

Maar als een kind geen liefde4 krijgt is dat altijd een traumatische gebeurtenis en zulke absurde behandelingen die discipline5 genoemd worden of opvoeding ervaart een kind niet als liefde. En ik ben het helemaal eens met Alice Miller als ze schrijft in Eva’s ontwaken6 dat ‘opvoeding gepaard gaat met vérstrekkende vernederingen.’ Het is een vorm van misbruik die angst en stress opwekt bij het kind, pijn veroorzaakt, schuldgevoelens oproept, woede, schaamte, hulpeloosheid en machteloosheid.

Het kind zal zich afvragen ‘waarom doen ze me dit aan’. Zulk een behandeling verbreekt de verbinding tussen het kind en zijn ouders en het vertrouwt zijn ouders niet meer en het kind voelt zich alleen en niet begrepen. Uit het stressonderzoek bij kinderen weten we, bijvoorbeeld uit het werk van Megan Gunnar als het gaat om cortisol7 niveaus, dat het disciplineren van kinderen het lichaamssysteem dat stress regelt, zonder ingrijpen, langdurig kan activeren.

Het kind zal deze pijnlijke herinneringen moeten onderdrukken en zijn gevoelens verdoven, omdat het de meeste kinderen niet is toegestaan met woede te reageren op het onrecht dat het ervaart. Dan moet het zijn natuurlijke gevoelsreacties onderdrukken en het brein slaat deze vroege lessen op. Later disciplineren deze verwonde kinderen hun eigen kinderen met dezelfde behandeling als zij zich niet met hun geschiedenis van pijn en lijden confronteren en hun ouders blijven idealiseren.

Want het kind met het trauma -en meestal gaat het niet om één trauma maar om een geschiedenis van traumatische belevenissen die óók het gevolg zijn van opvoedingsregels- wordt door de maatschappij alleen gelaten. Het wordt immers als normaal beschouwd dat kinderen moeten gehoorzamen. Het kan dan ook niet op de hulp rekenen waar een kind op kan rekenen als het een oorlogssituatie heeft meegemaakt of een schietpartij op school. Alice Miller zegt in dit verband in Vrij van Leugens8 dat kinderen 'wier trauma’s niet door de ouders veroorzaakt werden een grotere kans hebben om bij anderen empathie te vinden omdat iedereen zich immers voor kan stellen wat het betekent om als gijzelaar van terroristen een tijdlang in een verschrikkelijke machteloosheid verkeerd te hebben of zelfs in een kamp opgegroeid te zijn.'  

Misschien heeft een kind in de ogen van Perry normen en discipline nodig en heeft hij zijn eigen vroege kindertijd niet doorleefd. Zoals zoveel psychiaters, psychologen en anderen hun geschiedenis van misbruik niet (volledig) onder ogen zijn gekomen en hun lijden als heel klein kind niet gevoeld hebben. Want dat zijn er maar heel weinig. En de meesten zullen geneigd zijn hun geschiedenis op de een of andere manier op hun cliënten over te dragen omdat de idealisering van hun ouders niet is opgelost. Deze verloochening en verdringing van het eigen vroege lijden leidt tot niet kunnen VOELEN schrijft Alice Miller in Eva’s ontwaken.  

We kunnen iets over de verloochende en verdrongen geschiedenis van Perry signaleren in de manier waarop Perry trauma benaderd. Bijvoorbeeld als hij in het interview zegt dat kinderen angststoornissen kunnen ontwikkelen wanneer ouders het kind de kans niet geven zijn wereld te exploreren en tegen hun kinderen zeggen ‘don’t do this and don’t do that’. Hier spreekt  voor mij ongevoeligheid uit en ontkenning als het gaat om het lijden van een kind dat in deze woorden besloten ligt en Perry deze ervaringen niet benoemd als traumatiserend.    

Ook klinkt het me naïef, verward en niet sensibel in de oren als hij in het interview de scheiding van de ouders van een zesjarige jongen ‘nothing too horrible’ noemt. Ondanks de scheiding en enige conflicten rondom de scheiding zou het leven van het kind goed zijn geweest tot aan het moment dat moeder een nieuwe, gewelddadige vriend in huis neemt. 'Dan wordt de baseline9 verstoord' zegt Perry 'en ontstaat er een stressvolle situatie voor het kind.'

Het is echter aannemelijk dat eerdere stressvolle situaties, zoals jarenlange, dagelijkse disciplinering en een scheiding op jonge leeftijd het stressapparaat verstoord kunnen hebben en deze vroege trauma’s zouden weleens de basis kunnen zijn van de baseline die Perry meet. Verlating van een kind bij een scheiding is altijd een traumatische ervaring, omdat eerdere gebeurtenissen waarbij het kind zich verlaten heeft gevoeld met een scheiding geactiveerd worden. Zeker als een jong kind in een situatie terecht komt waarin het zich machteloos voelt en in machteloze angst, machteloos verdriet en machteloze woede vast blijft zitten.

Wanneer de ouders deze (oude) gevoelens van verlating niet erkennen door krachtige benoeming telkens wanneer deze gevoelens opleven dan moet het kind zijn normale gevoelsreacties onderdrukken en zich afsluiten voor de pijn. Deze onderdrukte pijn blokkeert het emotionele leven van het kind en veroorzaakt zeer veel stress. Het kind kan niet tot werkelijke rouw komen en de verwondende gebeurtenis kan niet integreren in de geschiedenis van het kind.    

Als Perry aanneemt dat het stressapparaat van het kind in evenwicht is, omdat er niet zulke verschrikkelijke dingen zijn gebeurd in het leven van de jongen vóór de komst van moeders vriend dan beschouw ik dat als een emotionele denkblokkade of blindheid. Alice Miller schrijft in Eva’s ontwaken dat 'emotionele blindheid barrières veroorzaakt in de hersenen ter bescherming tegen gevaren. Dat wil zeggen' zegt Miller 'tegen traumatiseringen die al hebben plaatsgevonden en niet meer bestaan, maar die, omdat ze ontkend worden, als aanhoudend dreigend gevaar in de hersenen zijn gegrift. Denkblokkades remmen het vermogen te leren van nieuwe informatie en deze te verwerken.' Deze blokkades lijken Perry te verhinderen na te denken over het kind dat hij zelf eens was en zijn geschiedenis te zien en te VOELEN.  

Om te weten of het waar is wat Perry zegt dat er niet al te vreselijke dingen zijn gebeurd vóór de komst van moeders vriend moeten we kunnen VOELEN als een kind. Om te kunnen VOELEN als een kind moeten we beroep doen op de ervaringen die we met onszelf hebben en met onze cliënten. Ervaringen die terug gaan naar hele vroege belevenissen uit de begin jaren van ons leven en deze onder woorden brengen. Dat onder woorden brengen kunnen we eerst doen wanneer we kunnen VOELEN. Als Perry kan VOELEN als het kind dat hij zelf geweest is zonder het latere (aan)geleerde erbij te betrekken dan zou hij meer begrip krijgen voor wat de jongen gevoelsmatig -en niet op het niveau van neuronen en hersenontwikkeling- doorstaan heeft.

Zonder veel moeite kunnen we uit de manier waarop Perry trauma beschrijft indirect de afwijzende houding zien van de volwassene tegenover zijn eigen gevoelsleven dat hij tegenkomt in het kind met het trauma. Hij wijst het hele jonge kind in zichzelf af en wil hem niet naderbij komen. En het is deze afwijzing van het kind dat in hem leeft die de lezer als emotioneel afstandelijk kan ervaren. Zolang Perry zich emotioneel distantieert van het lijden in zijn eigen kindertijd hoeft hij zich niet te realiseren hoe traumatisch de gevolgen kunnen zijn van het disciplineren van kinderen en van verlaten worden door een ouder, fysiek dan wel emotioneel.  

Het is ook niet moeilijk om te zien hoe Perry de schuldgevoelens van het kleine kind dat hij zelf eens was delegeert naar het kind met het trauma. Schuldgevoelens, omdat elk kind geneigd is de schuld en verantwoordelijkheid voor de wreedheid van zijn ouders op zich te nemen op grond van zijn onschokbare liefde voor hen.10 Dat kan bijvoorbeeld blijken als hij een schoolklas informeert over een emotioneel verwonde klasgenoot en zegt ‘maybe this girl didn’t have a loving mommy and daddy, so she doesn’t understand how to make friends’. Dit klinkt voor mij als het overdragen van schuldgevoelens dat kan klinken als ‘omdat zij geen liefdevolle mama en papa heeft weet zij niet hoe ze vrienden moet maken’.

Hetzelfde las ik in Born for Love in de beschrijving van Eugenia, een emotioneel verwaarloosd meisje uit een Russisch weeshuis dat als peuter geadopteerd werd door een Amerikaans gezin. Perry schrijft ‘haar vriendschappen zijn niet zo hecht als degene die zij tussen andere mensen ziet’ en ‘ze ziet dat zij (haar vriendinnen) zich op een manier met anderen verbinden, die ze zelf niet begrijpt’. Hij beschrijft trauma op een manier dat versterkt wat er mis is aan de ander, wat niet functioneert, als een oorzaak die gelegen is in het kind.

Zo’n benadering van het kind kan de schuldgevoelens die het heeft dat het liefde onwaardig is versterken en haar verhinderen haar woede volledig te begrijpen en te beleven. Als de therapeut haar zou helpen de schuld niet bij zichzelf te leggen maar alleen bij degenen die dat echt verdienen kan ze begrijpen dat zij niet alleen verantwoordelijk is voor verbinding, maar een wisselwerking is tussen twee mensen en beiden verantwoordelijk zijn voor de manier van verbinden.  

Signalen voor projectie van schuld van de volwassene in het trauma bij het kind kunnen we ook vinden in het interview waar Perry beschrijft hoe hij de hele schoolklas betrekt bij het helpen van hun verwonde klasgenoot. Hij geeft hen informatie over waarom dit kind anders is dan de andere kinderen dat de klasgenoten helpt haar niet als een paria te beschouwen, maar zich opwerpen als haar beschermers. Maar waarom beschouwen kinderen een ander kind als paria? Omdat de meeste kinderen zelf op de een of andere manier in hun integriteit verwond zijn in de eerste beslissende jaren van hun leven met misbruik en mishandeling en ze zich voor de pijn moesten afsluiten omdat er geen hulp voor hen kwam en er geen Helpende Getuige8 was.

Een kind dat met empathie bejegend is aan het begin van zijn leven zal empathisch en gevoelig blijven. Dat kind zal niet de behoefte voelen en ook niet anders kunnen dan zwakkeren te respecteren11 en te beschermen. Met het geven van achtergrond informatie over het meisje aan haar klasgenoten benadrukt Perry niet alleen het ‘anders’ zijn van het kind en draagt hij schuldgevoelens over op het kind met het trauma, maar verloochent ook het lijden van de andere kinderen, omdat hij het kind in zichzelf miskent en zijn eigen lijden niet voelt.

Ik vraag me verder af waarom Perry de verloochening nodig heeft als hij zegt dat ‘Many of the worst serial killers were humiliated, degraded, and marginalized by a parent’ en ‘Many school shooters felt marginalized or humiliated by their peer group.’ Deze informatie is niet helemaal juist en de woorden van Alice Miller zijn hier van toepassing als ze schrijft dat het niet moet zijn ‘Most’ maar ‘All.’

‘…since it is absolutely impossible for someone who has grown up in an environment of honesty, respect, and affection ever to feel driven to torment  a weaker person in such a way as to inflict lifelong damage. He has learned very early on that it is right and proper to provide the small, helpless creature with protection and guidance; this knowledge, stored at that early stage in his mind and body, will remain effective fort he rest of his life.’12

Alice Miller verklaart deze verloochening als volgt dat ‘mensen ondanks nieuwe bevindingen geleerd hebben de martelingen uit hun kindertijd als gerechtvaardigd te zien voor hun eigen slechtheid en de pijnlijke gebeurtenissen te onderdrukken en verdringen om te kunnen overleven. Het is met zulke verklaringen dat we de daden van onze ouders beschermen.'

Mij doet de manier waarop Perry trauma benadert denken aan het kind dat hij zelf eens was met trauma -de astma- en er niemand geïnteresseerd was in de emotionele pijn waarover zijn lichaam met de astma vertelde. De aandoening werd waarschijnlijk gezien als een oorzaak gelegen in het kind zelf (schuld) en niet als verwijzing naar de benauwende situatie van zijn eerste levensjaren. Zo wordt al heel vroeg in het leven het gebruik van schuld geleerd. Zeer nauwkeurig vertelt Perry met de manier waarop hij over trauma spreekt, zoals met het overdragen van schuld en onderdrukte woede, van zijn eigen vroege geschiedenis. 

In een video zegt Perry over het ontstaan van astma dat men de oorsprong van de aandoening niet weet en er veel factoren op van invloed zijn. Maar als we de taal van onderdrukte gevoelens bij onszelf niet begrijpen kan men de oorzaak ook niet vinden. De ware toedracht blijft verborgen en de vroege ouders beschermd. Wanneer we echter bereid zijn onze vroegste gevoelens serieus te nemen en in de diepte te verstaan kan men voor het kind een Helpende Getuige zijn. Dan kan men het kind helpen zijn sterke emoties tot expressie te brengen en de effecten van het trauma, zoals o.a. astma, tot een oplossing brengen.   

Maar als de oorzaak van de symptomen bij het kind gezocht worden en niet bij de daden van zijn ouders kan het kind zijn gezonde agressie niet beleven en moet het zijn ouders sparen en idealiseren als afweer tegen het Voelen van de wrede behandeling. Om niet te voelen wat hem als kind is aangedaan bestrijdt Perry onbewust de gezonde woede in zijn verwonde cliënten met projecties van schuld. Voor het kind met het trauma betekent dit dat het zijn gerechtvaardigde woede op het onrecht dat het ervaren heeft nooit volledig kan begrijpen die hij bij zichzelf verloochent.

Alice Miller schrijft hierover dat 'op deze manier de patiënt nogmaals zeer reëel (en niet alleen in de overdracht) getraumatiseerd wordt als hij tegenover een mens staat die zijn toorn niet volledig kan begrijpen en hij die daarom zelf niet kan begrijpen en aanvaarden.'11 Het kind en het kind in de volwassene heeft kansen om te genezen als het de waarheid en zijn geschiedenis mag zien. Daarvoor heeft het kind in onze maatschappij een Helpende Getuige nodig die het helpt zijn geschiedenis te begrijpen en de volwassene een Wetende Getuige.

‘In die hulp’ schrijft Alice Miller in De opstand van het lichaam ‘mag niet het geringste spoor van leugenachtigheid zitten, omdat het lichaam dat vroeg of laat zou merken en zelfs de mooiste woorden zouden het, in elk geval op de lange duur, niet in verwarring kunnen brengen.’13 

Ik zie het als mijn missie om de signalen van leugenachtigheid in woord en geschrift aan het licht te brengen. Het is niet mijn bedoeling het werk van Bruce Perry en anderen onbeduidender te maken want daar gaat het niet om. Maar alleen de waarheid over onze eigen vroege kindertijd kan de effecten van kindertraumatisering oplossen en geweld (o.a. door het natuurlijke gedrag van kinderen te corrigeren) tegen kinderen voorkomen. Daarvoor moeten we bereid zijn de pijn en woede te ervaren van onze eigen vroege vernederingen en deze waarheid voelen dat het geen liefde was wat we kregen. 

 



1.  Supin, J. (2016, november).  The Long Shadow;Bruce Perry On The Lingering Effects Of Childhood Trauma. The SUN.  Geraadpleegd 20 april, 2020 van https://thesunmagazine.org/issues/491/the-long-shadow

2.  Perry, B.D. & Szalavitz, M. (2011). Born for Love; why Empathy is Essential --and Endangerd. New York: HarperCollins Publishers Inc

3.  Miller, A. (2010). Without feelings. Geraadpleegd 20 april, 2020 van http://www.alice-miller.com/en/without-feelings/

4.  Liefde is voor mij een manier van gedragen die de ander voelt als liefde. Wanneer de ander zich geaccepteerd voelt, gerespecteerd, gewaardeerd en gekoesterd.

5.  Discipline is misbruik van macht die volwassenen denken nodig te hebben in de omgang met kinderen.

6.  Miller, A. (2002). Eva’s ontwaken; Over de opheffing van emotionele blindheid. Houten: Unieboek. 

7.  Cortisol is een stress hormoon. Het is een van de meest giftige stoffen die we kennen omdat het gezonde hersencellen afbreekt en de immuunfunctie ingrijpend onderdrukt. 

8.  Miller, A. (2009). Vrij van Leugens; Oorzaken en gevolgen van kindermishandeling (p. 24). Houten: Het Spectrum.

9.  Met baseline bedoeld Perry het weer in evenwicht komen van het stress response systeem van het lichaam na een potentieel gevaar.

10. Miller, A. (1997). In den beginne was er opvoeding (10e druk). (p. 265). Amsterdam: Van Holkema & Warendorf.  

11. Miller, A. (1992). Gij zult niet merken; Tachtig jaar psychoanalyse (4e druk). Houten: Het wereldvenster.

12. Miller, A. (1990). Banished Knowledge; Facing Childhood Injuries. London: Virago. 

13. Miller, A. (2004). De opstand van het lichaam. (p. 169). Houten: MOM.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.