As long as people like doctors, therapists, and members of the media –people invested with great responsibility for others- continue to deny or minimize barbarism toward children, we must reveal how and to what extent they do so. Both must be condemned. Alice Miller
Het (on)vermogen verontwaardigd te zijn over de moord op de ziel
Bijna dagelijks verschijnen er in de media berichten over afschuwelijke daden of gebeurtenissen, zoals de moord op twee meisjes van 14 jaar door twee minderjarige jongens, een meisje van 10 dat dieren doodt, een zelfmoord aanslag, mishandeling van paarden of een vader die zijn kinderen doodt. Wat me daarbij opvalt is dat we wel ontsteld zijn over de misdadigheid, maar dat vrijwel nergens verontwaardiging klinkt in de berichtgeving en ontzetting over wat de dader als klein, hulpeloos en machteloos kind moet hebben doorstaan dat hij of zij tot zulk een gruwel daad gekomen is.
Ik bedoel hier niet mee dat we medelijden moeten krijgen met volwassen kwelgeesten -want alleen als kind waren zij een hulpeloos slachtoffer en als volwassene hadden zij een keuze- maar zonder begrip voor het kind dat ze waren kunnen we niets doen om het geweld in onze maatschappij te begrijpen en de problemen daadwerkelijk de wereld uit te helpen en te voorkomen dat ze ontstaan.
Geweld leren we thuis
Telkens als ik na een gewelddadige gebeurtenis de berichten lees in de media dan valt me het zwijgen op van mensen van de media, deskundigen, politici en anderen over de brutaliteit die kinderen van hun ouders te verduren hebben. Hoewel onderzoek eenduidig is dat misdaad traumatische oorzaken heeft die gelegen zijn in de vroege kindertijd toen het brein zich vormde lijkt men een stilzwijgende plicht te hebben om de toewijzing van gewelddadigheden onder alle omstandigheden te vermijden. Hiermee wekt men de indruk dat afschuwelijke daden zoals bijvoorbeeld de moord op twee jonge meiden van 14 jaar niet of nauwelijks het gevolg kunnen zijn van traumatische gebeurtenissen in de kindertijd van de daders.
Maar het is al jaren bekend dat verwondingen van de ziel van het kind het gevolg zijn van hele vroege tekorten in de communicatie van het kind met zijn zorgdragers[1]. In The Ignorance or How we produce the Evil zegt Alice Miller dat het ontbreken van liefde en vertrouwen in de vormende jaren van het brein een ‘common denominator’ is van alle dictators die zij bestudeerde. Miller schrijft dat het resultaat hiervan is ‘…that these children will tend to glorify the violence inflicted upon them and later to take advantage of every possible opportunity to exercise such violence, possibly on a gigantic scale.’
Ik vind het dan ook hoogst verbazingwekkend in de Volkskrant[2] te lezen dat Isabeth Mijnarends, landelijk Jeugdofficier van Justitie, zegt dat er in geweldsdelicten met jonge daders geen gemene deler te vinden is. Volgens haar kan ‘een jonge pleger van een ernstig delict net zo goed uit een ‘voorbeeldig gezin’ komen. ‘Al wijst de praktijk vaak anders uit’ voegt ze hieraan toe. In een ander artikel van Juliaan van Acker[3] lees ik dezelfde gedachte dat er jonge daders zijn die in zogenaamde ‘normale’ gezinnen opgroeiden. Wat deze deskundigen onder een normaal gezin verstaan wordt me niet duidelijk maar ik denk dat ze speculeren over gezinnen die niet de indruk wekken ontwricht te zijn door scheiding van de ouders, verslavingen, geldproblemen of gewelddadigheden. Maar dat zijn geen omstandigheden die iemand ertoe drijft een ander te verkrachten, te vermoorden of op andere manieren het leven van een ander te beschadigen.
Het is me bekend dat in het veld van de forensische psychiatrie deze opvatting gedeeld wordt dat er criminelen zijn die uit normale gezinnen komen. Het is echter volstrekt onmogelijk dat een kind dat in een sfeer van liefde, respect, begrip, vriendelijkheid en affectie is opgegroeid vroeg of laat gedreven wordt een ander zwakker persoon pijn te doen of zelfs van het leven te beroven, omdat hij (of zij) ervaringen heeft van tederheid, bescherming en onvoorwaardelijke liefde die hij in zijn lichaam heeft bewaard. Deze kennis blijft het hele verdere leven actief. Hieruit volgt dat een kind dat liefde en vertrouwen heeft gehad aan het begin van zijn leven andere eigenschappen ontwikkelt dan een kind dat verwaarlozing ervaarde, verachting, geweld of misbruik en niemand in zijn omgeving had die zijn vitale behoeften aan vriendelijkheid en affectie vervulde. Deze ervaringen van liefde kunnen voldoende zijn dat hij later als hij volwassen is geen crimineel wordt, niet depressief, verslaafd of suïcidaal.
Deze gedachte dat een crimineel uit een normaal gezin kan komen, waaronder ik versta een gezin waar het kind beschermd wordt en geliefd, vormt een denkblokkade die er alleen voor bedoeld is om de eigen ouders te beschermen en verhindert ons nieuwe kennis op te nemen en onze verontwaardiging te voelen over het leed dat kinderen wordt aangedaan. Het concept doet me denken aan een langspeelplaat die telkens opnieuw bij een schokkende gebeurtenis hetzelfde deuntje draait ‘het was voor ons eigen bestwil dat we vernederd werden’, omdat er op de plaat een beschadiging zit ‘de verwarrende informatie die we kregen aan het begin van ons leven die ons brein heeft vastgelegd.’ Het is een emotionele blokkade die ontstaan is uit vroegkinderlijke verwarring over wat echte liefde is. De gedachteconstructie van een normaal gezin moet namelijk voorkomen dat we zien dat we zelf vernederde kinderen waren.
Psychische moord
Met het zwijgen over de feiten van kindermishandeling hoeft men de vreselijke daden die telkens opnieuw om ons heen gepleegd worden niet in verband te brengen met mishandeling en verwaarlozing in de kindertijd en zal men de gemene deler niet vinden. Met het ontkennen en minimaliseren van kindermishandeling hoeven we namelijk de stem van het kleine, machteloze, gekwelde kind dat de dader eens was niet te horen en kunnen we blijven ontkennen dat verschrikkelijke daden het gevolg zijn van de psychische moord op de ziel van het kind. Want om de stem van het kind te horen moet men eerst de eigen denkblokkades hebben opgeheven.
Deze versterving van de ziel, het ware Zelf van het kind -James Gilligan spreekt van de ‘death of the Self-[4] is het gevolg van vernederingen en meedogenloze uitbuiting die het kind dagelijks en jarenlang moest ondergaan. Met als gevolg dat het kind een totaal gebrek aan authentieke gevoelens heeft die hem of haar vroeg of later tot destructie brengt. Het is de ervaring die ik met mezelf heb als klein kind en met cliënten die daarover vertelden nadat ze konden voelen en hun ervaringen articuleren dat zo’n versterving gruwelijk wreed is. Het kind kan niet leven naar de eigen gevoelens en behoeften en zijn eigen mogelijkheden niet ontwikkelen. Het ware Zelf is verworden tot een leeg omhulsel dat is opgevuld met de projecties van de ouders. Een proces dat gepaard gaat met overweldigende pijn die het lichaam verdooft met endorfine en met dissociatie losmaakt van de oorspronkelijke oorzaak dat het kind helpt de hel te overleven. Enkel, om als uitlaatklep gebruikt te worden voor de opgekropte haatgevoelens van de opvoeders die voortkomen uit hun eigen onverwerkte kindertijd.
In een destructieve omgeving moet het kind zijn normale gevoelsreacties op het onrecht, zoals pijn en woede onderdrukken en het zijn deze onderdrukte traumatische ervaringen die in het lichaam onbewust actief blijven. Vroeg of later vinden deze onderdrukte gevoelens van woede, wanhoop, hulpeloosheid, angst en pijn hun uitweg met moord, depressie, verslaving, prostitutie of met een lichamelijke aandoening. (Wie meer wil leren over de dynamiek van het kindermisbruik kan de boeken lezen van Alice Miller For Your Own Good, Breaking Down the Wall of Silence en Banished Knowledge).
Het kind kan niets anders doen dan zich aanpassen aan de behoeften van de ouders en het is deze houding die een mens ontwikkelt als gevolg van de kwellingen die het in zijn kindertijd heel alleen moest verduren waarbij hij alleen nog maar laat zien wat er van hem verlangd wordt en waar hij helemaal in opgaat. Wij zien dan jongeren en volwassenen die in hoge mate van zichzelf vervreemd zijn en afgesneden van wie zij authentiek zijn. Mensen die als kind geen eigen gevoelens en behoeften mochten hebben en daar geen innerlijke zekerheid aan konden ontlenen. Dat zijn de jongeren die Mijnarends en advocaat Tim Vos[5] en anderen op straat en in de verhoorkamer zien. Maar in plaats van het gedrag van de ouders in de media ter discussie te brengen blijft men hen met zwijgen verdedigen. Blind voor de verbanden hoe men sadisten maakt schrijft men in de krant dat het de verbeelding te boven gaat dat kinderen in staat zijn andere kinderen te misbruiken en zelfs van het leven te beroven.
Verwarring overdragen
Zo lees ik in de krant dat Isabeth denkt dat kinderen een onbeschreven blad zijn, maar niets is verder van de waarheid, want al in de baarmoeder kan de foetus zowel tederheid als wreedheid voelen. Dat hebben elektronische metingen aangetoond. En hier, in de baarmoeder, begint de geschiedenis van het kind. Ervaringen die als eiwitten gecodeerd worden en in de lichaamscellen opgeslagen en het hele verdere leven effectief blijven. Alice Miller zegt in dit verband in The Feeling Child dat een kind uit de buik van moeder komt met zijn of haar eigen geschiedenis, maar dat ‘…he doesn’t come with projections. He is born innocent and ready to love. And the child can love — much more than we grown-ups can. This idea of the child as a loving being meets so much resistance because we learned to defend our parents and to blame ourselves for everything they have done.’ Het zijn deze projecties van de zorgdragers op het kind die het aangeboren vermogen tot empathie en liefde beschadigen en het kind de pijn en andere emoties hierover moet onderdrukken en verdringen. Maar, zoals gebruikelijk in de mediaberichtgeving, doet deze professional geen waarheidsgetrouwe uitspraken en draagt zij haar eigen verwarring over op heel veel mensen.
In de krant draagt Mijnarends nog meer verwarrende informatie over als zij zegt dat de praktijk ‘vaak’ anders uitwijst als het gaat om het plegen van ernstige delicten. We kunnen het woord ‘vaak’ namelijk met zekerheid vervangen door ‘altijd’. Want er is geen dader te vinden die niet zelf eens slachtoffer is geweest van kindermisbruik. We kunnen dat bijvoorbeeld lezen in het boek Violence, Our Deadley Epidemic and Its Causes van psychiater James Gilligan. Hij toont aan dat élke dader eens zelf slachtoffer was van vernedering; verbaal, emotioneel, psychologisch en fysiek en de ‘death of the Self’ ervaren hebben toen ze nog een klein kind waren als gevolg van de jarenlange vernederingen. Ook in mijn werkzaamheden als psycholoog ben ik nog nooit een persoon tegengekomen met psychische klachten die niet als kind vernederd was.
Ook Juliaan van Acker, die de waarheid zou moeten kennen uit zijn 40 jarige ervaring met misdadigers over de wreedheden die zijn cliënten als kleine kinderen te verduren hadden van hun ouders, verdraait de feiten en verbergt de waarheid die hij beslist moet weten. Namelijk, dat ‘iemand niet vanuit de hemel bedeeld wordt met wreedheid maar dit mee krijgt van zijn ouders en opvoeders.’[6] Net als Mijnarends heeft hij de gedachte dat er daders zijn die uit normale gezinnen komen en hun daden dus niet of nauwelijks het gevolg kunnen zijn van mishandelingen in de kindertijd. Hij zegt dat er daders zijn die als kleuter al agressief waren en omwille van hun gedrag thuis mishandeld of verwaarloosd werden en niet als het gevolg van de mishandelingen en verwaarlozing van hun ouders agressief gedrag vertonen. Deze bewering toont de ongevoeligheid aan jegens het kind en het onvermogen de omstandigheden te zien vanuit het lijden van het kind Want zonder zijn eigen lijden wordt een kind niet agressief en later geen moordenaar. Dat zijn de harde feiten.
Verontwaardiging in therapie
Van Acker zegt in de krant dat therapie zinloos is voor daders die uit normale gezinnen komen, zich eenmalig vergrijpen en recidive er niet inzit. Met deze uitspraak bagatelliseert hij de kwellingen die kinderen moeten verduren van hun ouders en geeft hij geen blijk van medeleven met het kind dat lijdt. Net als de meeste psychiaters en psychologen blijft hij ongevoelig voor het leed dat kinderen wordt aangedaan en is hij niet geïnteresseerd de pijn van een vernederd, geslagen en uitgebuit kind mee te voelen.
De constructie van het normale gezin moet Van Acker en anderen een beschermend schild bieden tegen het voelen van de pijn uit de eigen onderdrukte kindertijd. Met de gedachte van een normaal gezin kan men verontwaardiging vermijden over het sadisme van de ouders en de perversiteiten die op kinderen worden uitgeleefd en beschermt de behandelaar zich tegen het voelen. Deze verloochening van de eigen geschiedenis draagt eraan bij dat kindermisbruik niet herkend wordt.
Therapie kan nooit zinvol zijn voor een voormalige slachtoffer van kindermishandeling als de behandelaar is afgesneden van het kind dat hij zelf eens was en geen ontzetting kan voelen. Want dan blijft de cliënt in zijn kinderlijke angst gevangen zitten en zal hij het niet durven zijn verontwaardiging en woede als normale, gezonde reactie op het onrecht dat hij als klein kind ervaarde tot expressie te brengen.
Wanneer een voormalig slachtoffer geholpen wordt zijn woede en pijn bewust te ervaren over de brute daden van zijn ouders zou dat nieuwe moorden, verkrachting, depressies en zelfdoding helpen te voorkomen. Het is de ervaring die ik heb dat wanneer iemand zich bewust wordt van de pijn en woede van het kleine kind dat hij was er nauwelijks nog de behoefte bestaat zichzelf of een ander van het leven te beroven. Daarvoor moeten we onze oprechte verontwaardiging toe kunnen laten over de schandalige behandeling van het kind dat de volwassene eens was en waarover hij dikwijls zonder enige emotie te tonen van vertelt. Ik deel de ervaring met Alice Miller als zij schrijft in Vrij van Leugens dat er vroeg of later een kentering te bemerken valt bij de cliënt wanneer de therapeut al aan het begin van de gesprekken zijn of haar partijdigheid uit. ‘Deze openhartigheid van de getuige,’ zegt Alice Miller, ‘kan een proces van bevrijding op gang brengen van de sterke emoties uit de kindertijd die jarenlang onderdrukt en opgekropt waren.’
Maar het is ook een onverantwoordelijke en gevaarlijke uitspraak van Juliaan om te beweren dat therapie zinloos is. Waarom? Omdat deze jonge daders met een enorme vergeldingsdrang leven en als zij niet geholpen worden toegang tot deze vroege emoties te krijgen -en dat is mogelijk met blootleggende technieken- en hun ernstige verwondingen moeten blijven onderdrukken er wel degelijk nieuwe slachtoffers kunnen vallen. Als zij zich niet opnieuw fysiek vergrijpen dan kunnen het de eigen kinderen zijn waarop de trauma’s uit hun kindertijd worden overgedragen en dan veroorzaakt dat een nieuwe keten van geweld die voorkomen kan worden.
Therapie kan eerst dan bijdragen aan de innerlijke bevrijding van de onderdrukte en opgekropte emoties uit de kindertijd van de cliënt als de therapeut tot de pijn komt die geblokkeerd wordt door de schuldgevoelens van het voormalige kind. Daarvoor is het noodzakelijk dat de behandelaar zichzelf bevrijd heeft van de idealisering van zijn ouders en hij oprechte verontwaardiging kan voelen en uiten6 aan de patiënt over het schandalige gedrag van de ouders. Zolang men echter de eigen trauma’s verloochent zal men de verwondingen van de ziel bij de ander niet vinden.
Ernstige nalatigheid
De onderdrukking van de waarheid over de wreedheden die kinderen worden aangedaan lees ik, als gewoonlijk, ook in andere kranten. In het NRC[7] bijvoorbeeld is er geen spoor van verontwaardiging te bekennen noch bij de journalisten noch bij de deskundige over wat de daders als kind hebben doorstaan en geen woord over de kindertijd van de geweldplegers. Criminoloog en forensisch psycholoog Marieke Liem verzuimt te vertellen wat de gebruikelijke gevolgen zijn van kindermishandeling en verwaarlozing zoals, slaag,verachting en het frustreren van verlangens en behoeften van kinderen wanneer de journalisten haar vragen waarom een vader zijn kinderen doodt en vervolgens zichzelf van het leven beroofd.
Als deskundige kan zij bijvoorbeeld aan de media en het publiek uitleggen dat het bij een vader die zijn kinderen doodt en daarna zichzelf het niet gaat om een ‘ultiem wijzende vinger’ die kan klinken als ‘je hebt niet alleen het leven van de kinderen verwoest, maar ook mijn leven’, maar dat deze gedachten enkel de bewuste gedachten vormen zolang de persoon is afgesneden van zijn onbewust gebleven, pijnlijke kindertijd die hij nooit doorleefd heeft. Liem kon vertellen dat wanneer een vader zijn kinderen doodt deze zich wreekt voor de ellende die hij in zijn kindertijd te verduren had en benadrukken dat de vader zonder meer schuldig is, omdat hij geen kind meer was en een keuze had, maar wanneer hij de gelegenheid had gekregen zijn oude emoties te doorleven hij nauwelijks nog de behoefte gevoeld zou hebben zijn kinderen en zichzelf van het leven te beroven. Omdat het in alle gevallen van moord op een kind en zelfdoding gaat om de niet doorleefde woede op de ouders die zich ontlaadt op de kinderen en het eigen Zelf.
Mensen die een grote verantwoordelijkheid dragen voor andere mensen, zoals Marieke Liem, Van Acker en Isabeth Mijnarends kunnen deze essentiële informatie over de traumatische oorzaken van misdaden verspreiden bij elke gelegenheid die zich voordoet. Informatie die gebaseerd is op de harde feiten van het causale verband tussen vroeg trauma en het risico op hersenbeschadiging.[8] Hoewel het voor de hand ligt lijkt men zich niet te willen realiseren dat het tuchtigen of disciplineren van kinderen deze beschadigingen veroorzaakt.‘Het verzwijgen en bagatelliseren van deze kennis en het niet juist informeren van de media, het publiek en de rechtbanken’ zegt Alice Miller in Vrij van Leugens ‘is weliswaar geen strafbaar feit maar is toch in ieder geval een ernstige nalatigheid.’ Met deze woorden ben ik het geheel eens want om toekomstige misdaden te voorkomen mogen we niet zwijgen over de feiten die bekend zijn over de effecten van kindermishandeling en verwaarlozing op het lichaam en de geest.
Weerstand
Kennelijk vindt men de eigen onderdrukking van de vernederingen uit de kindertijd heel normaal. Want ieder voelend mens zal verontwaardiging voelen over het gedrag van ouders als er opnieuw een vreselijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Deze opvallende onverschilligheid voor het lijden van kinderen toont voor mij aan dat de meeste mensen van de media, deskundigen en anderen zelf mishandelde en verwaarloosde kinderen waren en nog steeds vanuit hun onderdrukte geschiedenis leven en hun ouders idealiseren. De feiten over kindermishandeling en verwaarlozing moeten vast heel beangstigend voor de meeste mensen zijn dat men erover zwijgt. ‘Maar juist deze feiten’ schrijft Alice Miller in een van haar boeken ‘kunnen ons helpen de angst voor onze ouders te overwinnen.’
Het is vanwege deze (oude) angst dat mijn woorden weerstand kunnen opwekken bij de lezer, want niemand wil herinnerd worden aan de gevoelens van onmacht, hulpeloosheid, beschaming, angst, woede en pijn over de brutale behandeling die ze als kind kregen van hun ouders en waar ze zich niet tegen konden verzetten. Maar het is van groot maatschappelijk belang deze weerstand bij zichzelf te onderzoeken. Want het is deze weerstand die ons verhindert onze verontwaardiging te uiten en destructieve gevolgen heeft omdat het ons blind houdt voor de verbanden tussen trauma aan het begin van het leven en gewelddadigheid, psychische en lichamelijke ziekten. Alice Miller zegt dat ‘als we niet leren deze verbanden te doorschouwen en de ouders te hinderen bij de uitoefening van hun perverse opvoedingspraktijken de toekomstige mensheid aan haar verbluffende onwetendheid ten onder zal gaan.’6 Ik hoop dat deze gefundeerde woorden bijdragen aan meer bewustwording van de misdaden die tegen kinderen begaan worden.
[1] Antonio R. Damasio, Robert M. Sapolsky, Joseph E. LeDoux, Candace Pert en andere hersenonderzoekers
[2] Misérus M. (2017, 11 juni). Zaak Savannah en Romy werpt vraag op: hoe kan een kind in een moordenaar veranderen? Geraadpleegd op 25 juni, 2017, van https://www.volkskrant.nl/binnenland/
3 Van Acker, J. (2017, 10 juni). De jonge moordenaars van Savannah en Romy 'Sommigen leveren geen verder gevaar op voor de samenleving'. Geraadpleegd op 20 juni, 2017, van http://politiek.tpo.nl/2017/06/10/jonge-moordenaars-savannah-en-romy/
[4] Gilligan, J. (2003). Shame, Guilt, and Violence. Social Research, 70 (4), 1149-1180
[5] Misérus M. (2017, 11 juni). Zaak Savannah en Romy werpt vraag op: hoe kan een kind in een moordenaar veranderen? Geraadpleegd op 25 juni, 2017, van https://www.volkskrant.nl/binnenland/
[6] Miller, A. (2009). Vrij van Leugens: Oorzaken en gevolgen van kindermishandeling. P. Houten: Het Spectrum
[7] Kuiper, M. & Koelewijn, J. (2017, 8 juni). Moordende jongeren, dat is niet uitzonderlijk. Geraadpleegd op 25 juni, 2017, van https://www.nrc.nl/nieuws/2017/06/08/moordende-jongeren-dat-is-niet-uitzonderlijk-10971148-a1562082
Bruin, de, E. (2013, 21 mei). De vraag: waarom? Geraadpleegd op 25 juni 2017, van https://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/21/de-vraag-waarom-12659216-a1362961
[8] Onderzoek van Megan Gunnar, Bessel van der Kolk, Martin Teicher en vele anderen.
Tags:
Opmerkingen
Gepubliceerd door Olane op 28 juli 2018
Het (on)vermogen verontwaardigd te zijn over de moord op de ziel
Gepubliceerd door Olane op 24 juli 2017
olane roos Mod • 10 maanden geleden
Beste Olane,
Jouw artikel heb ik aandachtig gelezen. Het is een uitstekende tekst en ik begrijp zeer goed jouw standpunt. Je komt terecht op voor de kinderen die het slachtoffer zijn van zware mishandeling
en/of verwaarlozing.
Wat betreft de standpunten die je bij mij meent te ontwaren, meen ik dat je iets ziet wat er niet echt in staat. Je baseert je op één artikel (niet in een wetenschappelijk tijdschrift, dus kort en leesbaar voor een breed publiek), terwijl ik een tiental boeken heb geschreven over het thema die jou ook erg interesseert. Daarin zal je zien hoe ik opkom voor de kinderen die door hun ouders slecht opgevoed worden en voor kinderen die helaas geen gelukkige kindertijd hebben gekend.
Onderaan mijn homepage staat al iets dat dit laatste kan verduidelijken (citaat uit 'Marie-Therese').
Mijn artikel in TPO was alleen bedoeld om een onderscheid te maken tussen jongeren die geweldsdelicten plegen in een panieksituatie en bij wie verder weinig aan de hand is, en anderen die als klein kind reeds heel wat negatieve ervaringen meegemaakt hebben. Dat onderscheid is van belang om te weten welke interventie gewenst is.
Vriendelijke groet,
prof.dr. juliaan van acker
Beste Juliaan,
Misdadigheid is niet de enige manier om oude pijn te vermijden. Ook het nalaten waarheidsgetrouwe uitspraken te doen is een manier om de eigen verdrongen geschiedenis niet te hoeven zien en te voelen. Als ik uw woorden lees, bijvoorbeeld als u zegt: “…bedoeld om een onderscheid te maken tussen jongeren die geweldsdelicten plegen in een panieksituatie en bij wie verder weinig aan de hand is, en anderen die als klein kind reeds heel wat negatieve ervaringen meegemaakt hebben.” dan spreekt u niet de waarheid en lijkt u zich niet bewust te zijn van het leed uit uw eigen kindertijd.
Met vriendelijke groet,
Olane Roos