Een van de meest verwarrende dingen voor kinderen is wanneer volwassenen in hun bijzijn lachen om de initiatieven die het kind neemt. Dat komt heel vaak voor bij kinderen dat volwassenen lachen om iets wat het kind doet of zegt. Als vader of moeder, oom, tante, buurvrouw of leraar denken we misschien dat we op die manier interesse in het kind tonen en het aanmoedigen wanneer we om zijn activiteiten lachen en het prijzen. Maar het kind voelt zich dan niet serieus genomen en kan zichzelf niet zijn. Ik zal dat beschrijven met een tafereel dat ik tijdens een wandeling meemaakte.
Twee jongens van ongeveer zeven en negen jaar oud hadden voor hun huis aan de kant van de straat een tafeltje staan met daarop spulletjes. Het was me duidelijk dat ze iets te koop aanboden en ik liep naar ze toe. Op korte afstand stonden moeder, de grootouders en nog een paar kennissen die de jongens toe riepen zodra ze me zagen ‘daar komt weer een klant aan’ en meer van zulke opmerkingen die me klonken als het beleren en instrueren van de kinderen hoe ze met de klanten om moesten gaan. Het leek me of ze van mij een reactie verwachtten omdat ze mij daarbij aankeken, maar ik richtte mijn aandacht op de jongens. ‘Wilt u iets van ons kopen?' zei de jongste van de twee. Ik zei dat ik de kaars graag wilde en dat was goed. Ik deed het geld in het bakje dat de jongen voor me hield en vroeg de oudste van de twee hoe ze op het idee gekomen waren spullen te verkopen. De jongen kreeg echter niet de gelegenheid te antwoorden op mijn vraag want de ouderen begonnen door ons gesprek heen te praten en te lachen en verstoorden onze interactie. In plaats van de jongen gaven zij het antwoord.
De oudste jongen draaide zich om naar de volwassenen en zei ‘waarom lachen jullie?’ Grootmoeder voerde als eerste het woord en zei ‘nou, wij vinden het zo leuk en goed wat jullie doen’ en ze kreeg bijval van de anderen. Ik ging naast de jongen staan en zei vriendelijk tegen grootmoeder ‘ik denk dat hij serieus genomen wil worden’ en zocht daarbij oogcontact met hem. De jongen knikte en er viel een stilte. Dan zegt grootmoeder, die blijkbaar het woord voerde voor de groep volwassenen, ‘dat kan, maar we bedoelen het goed’ en ze kreeg instemming van de anderen. Ik ving woorden op als ‘dat was bij ons thuis vroeger ook zo’ en ‘allemaal goed bedoeld’ en ‘we hadden nergens last’ en zo meer. Allemaal negeerden ze de ware gevoelens van de kinderen.
Het was me duidelijk dat de volwassenen een tekort aan empathie aan de dag legden want de jongens voelden zich niet gehoord en begrepen in de manier waarop de volwassenen hen bejegenden. Zij stelden de jongens bloot aan hun gedachten en perspectieven die overheersten en gaven de kinderen niet de ruimte zelf de regie te voeren over de manier waarop ze klanten wilden benaderen en zich authentiek te uiten. Deze volwassenen waren niet oprecht aardig en vriendelijk en steunden elkaar allemaal in de manipulatie en controle van de jongens met dezelfde manieren die ze vroeg in hun leven van hun eigen ouders leerden. Want een kind dat niet gecontroleerd en gemanipuleerd is door zijn ouders voelt later niet de behoefte een zwakkere te controleren en naar zijn hand te zetten op welke manier dan ook. Bijvoorbeeld met het prijzen van de jongens met de woorden ‘goed’ en ‘leuk’ die er alleen maar voor bedoeld zijn om aan de behoeften van de volwassenen tegemoet te komen en wanneer het kind dat niet doet wordt het genegeerd.
Deze manier van controle en manipulatie, of dat met prijzen is of met belonen, dreigementen of straf, wekt angst op bij het kind en staat in de weg om zich verbonden te voelen door liefde. Kinderen die op deze (subtiele) manier gecontroleerd en gemanipuleerd worden voelen zich dikwijls verward omdat, wat zo vriendelijk en liefdevol lijkt, hen het gevoel geeft klein en minderwaardig te zijn, van beschaming en niet authentiek. Als volwassenen lachen om wat het kind doet of zegt of het prijzen dan voelt het kind zich beschaamd omdat hij dat lachen of prijzen niet op zijn juiste waarde heeft kunnen schatten en zal dat, wanneer de gelegenheid zich voordoet, doorgeven aan een jonger kind, zoals deze volwassenen de ervaringen uit hun kindertijd aan de jongens doorgeven en daarmee hun eigen geschiedenis herhalen.
Kinderen die op deze manier bejegend worden voelen zich niet gerespecteerd en niet serieus genomen en twijfelen aan onze liefde. Het wekt pijnlijke gevoelens op en voorkomt dat zij zich autonoom, onafhankelijk en authentiek ontwikkelen. Deze volwassenen beroven de kinderen van hun zelfvertrouwen en beschadigen het gevoel van vertrouwen in hun eigen macht. De volwassenen stonden de kinderen in de weg met hun eigen verwachtingen en onopgeloste emoties uit hun eigen kindertijd en lieten geen vertrouwen zien in de zelfrealisatie van het kind en creëerden geen verbinding. De jongens waren niet vrij hun eigen reacties voort te brengen en werden daar niet om geëerd.
Want het was hun eigen geschiedenis die ze naspeelden met de jongens en lieten hen voelen hoe zij zichzelf vroeger als kind voelden toen hen hetzelfde gebeurde en er gelachen werd om wat ze zeiden en deden. Eens waren zij zelf onzekere kinderen die zich klein en minderwaardig voelden en niet serieus genomen werden en moesten ze deze gevoelens naspelen met kleinere, zwakkere personen omdat zij deze gevoelens nooit bewust beleefd hebben. Zo geven zij door aan de kinderen wat zij zelf als kind ervaren hebben en kunnen zich daardoor sterker en machtiger voelen. Maar ik denk niet dat de oudste jongen, die zich bewust was van wat hij voelde bij het lachen en prijzen van de volwassenen, de behoefte nog voelt deze situatie van vernedering met anderen na te spelen, omdat hij iemand naast zich had die hem hoorde zodat hij zijn gevoelens bewust kon ervaren. Waarschijnlijk hoeft hij zich niet schuldig te voelen, omdat hij weet heeft dat hij door de volwassenen uit zijn omgeving als zondebok voor hun eigen geschiedenis gebruikt wordt.
Als we het kind eerlijk en oprecht en met respect willen ondersteunen of aanmoedigen dan moeten we als volwassenen voor de gevoelens van het kind eerbied hebben en hen niet met ons onverwerkt oud zeer belasten, maar deze gescheiden houden van de omgang met het kind en deze voor onszelf of met behulp van een therapeut doorleven. Deze volwassenen wisten wat ze deden, maar niet waarom ze de jongens vernederden en hadden er geen flauw idee van hoe pijnlijk het voor hen is en hoe diep het zijn sporen nalaat in de ziel van het kind. De woorden van Alice Miller zijn hier van toepassing als zij schrijft in Het Drama van het begaafde kind dat ‘het dringend noodzakelijk is dat deze ‘overerving’ van destructiviteit van de ene op de andere generatie wordt opgeheven door emotionele bewustwording. Met mijn blogs probeer ik aan deze emotionele bewustwording bij te dragen.
Tags: