Brief aan Lea van Julia over ervaringen van angst

Gepubliceerd door Oliane op 17 mei 2014

Lieve Lea,

Dank je wel voor je uitvoerige brief waarin je schrijft over het boek dat je gelezen hebt over een zoon die als kleine jongen zeer geleden heeft onder liefdeloze, slaag gevende ouders. En hoe deze zoon na de dood van zijn moeder met een boek wraak neemt en hierin haar levenswerk neersabelt als ware hij de grote baas en zijn moeder het machteloze kind dat hij zelf eens was. Haar op de klop slaat met de jarenlange opgekropte, niet doorschouwde woede en haat om verlichting te vinden voor de spanning die onderdrukte emoties geven.  

Ja, dat is wat er kan gebeuren wanneer er aan het begin van ons leven geen empathie was. Dat heeft meestal verstrekkende gevolgen voor ons hele verdere leven. Jij en ik weten hoe diep de invloed van een vroeg verstoord leven is en dat een mensenleven soms te kort is om de onderdrukte emoties en gevoelens uit de verdringing te bevrijden. Je vertelt dat zijn moeder er 60 jaar over gedaan heeft voor ze zeggen kon dat ze zelf een moeder had die liefdeloos en oneerlijk was. Dat geeft aan hoe sterk die verdringing kan zijn en hoeveel arbeid het kost om authentiek en eerlijk te worden.   

Je denkt dat de zoon lang door angst geblokkeerd is geweest dat hij eerst na het overlijden van zijn moeder, op 63 jarige leeftijd, met een boek naar buiten komt. Oude angst zeg je, die uit de kindertijd stamt en altijd onbewust en onveranderd aanwezig gebleven is en in een therapie niet is opgeheven. Angst die hem verhinderd heeft zijn woede jegens zijn moeder en vader bewust te beleven en te uiten omdat hij hen in de kern is blijven sparen en in ontkenning leeft over dit deel van zijn vroegste levensjaren. De onbewust gebleven angst van het kleine kind wiens behoeften niet vervuld werden. Dat klappen kreeg en niet werd waargenomen.

Uit je brief ontstaat een beeld van een klein jongetje dat in hem leeft wiens angst nimmer tot zijn bewustzijn is doorgebroken en pas na de dood van zijn moeder durft terug te slaan. Jarenlange opgekropte frustraties en woede kunnen nu ‘veilig’ geuit worden omdat ze niets meer terug kan doen. Maar dat lost die angst niet op en is nog steeds in zijn lichaam aanwezig. Je zegt dat volgens de zoon zijn moeder leed onder een niet doorvoeld oorlogstrauma en dat geeft hij als de reden op dat zijn moeder liefdeloos voor hem was als kleine jongen. Liever zijn woede omvormen tot verwijt van een oorlogstrauma dan boos te worden op zijn moeder. Vanuit de machtige positie van eens zijn slaag gevende vader. Zo kan hij nu, zonder gevaar, zijn woede verplaatsen die hij haar spaart uit onbewust gebleven angst. En vanuit de positie van macht kan hij nu haar integriteit schenden zoals moeder eens de zijne schond. Want zeggen dat alles gelogen is wat zijn moeder gezegd en geschreven heeft verwijst naar deze behoefte.

Ik krijg de indruk dat bij de schrijver verwarring bestaat over de realiteiten. De werkelijkheid van het kind en die van de volwassene die door elkaar heen lopen. Want als het zo is dat een volwassen man, die de angst van het kleine kind nooit heeft opgeheven zijn woede omvormt tot een verwijt  –het oorlogstrauma van zijn moeder- en vervolgens ventileert op een zondebok (moeder) is er in mijn ogen sprake van verwarring van realiteiten. Ik zou hier graag nog een keer met je over willen praten om helderheid te krijgen.

In ieder geval, vroeg ik me na het lezen van je brief af hoe ik zelf als kind de angst die ik voelde voor mijn wrede ouders overleefde en wil dat hier met je delen. Want jij hebt, net als ik, een wezenlijke interesse in je gevoelsleven. In wie je bent. Dat is nog steeds de gemeenschappelijke basis van onze vriendschap. We voelden ons tot elkaar aangetrokken toen we jaren geleden voor het eerst in Amsterdam in een gelegenheid mekaar ontmoetten. Je weigerde nooit jezelf te onderzoeken als ik vroeg wat er in je leefde en wilde je gevoelens en gedachten met me delen.  Soms hadden we even een time-out nodig om de gewekte gevoelens uit onze gesprekken, ieder voor zich, te doorgronden. Maar het wederzijdse diepe respect voor elkaar bracht ons telkens weer samen.        

In de nacht kreeg ik een droom die mij meer duidelijkheid gaf over de vroeg kinderlijke angst: Ik was in een huis en er kwamen mensen die wilden overnachten. Ik wees hen een slaapplaats aan. Ze vroegen of er muizen zaten. Ik zei dat ik een enkele keer een muis gezien had. Zelf zou ik het geen probleem vinden te overnachten op een plek waar een muis kon zitten want ik was er niet bang voor. Maar deze mensen hielden er niet van en waren bang voor muizen. Dus nam ik ze mee naar boven voor een muisvrije ruimte. In die kamer was ook een klein hondje. Over de hele lengte van zijn lijf, aan de onderkant, was een naad te zien. Hier werden de twee helften van het hondenlichaam met een draad bijeen gehouden. Door de spleet zag ik dat het lijfje gevuld was met proppen papier. Het beestje was heel kwetsbaar, broos en stijf en kon zo uiteen vallen. Er zat nauwelijks leven in. In mijn hand hield ik een platte doos waar muizen op gezeten hadden en die de geur nog droeg. Ik legde hem op de grond en het hondje rolde erover heen. Uitgelaten en blij wreef hij zijn tere stramme lijfje over de doos. Dat gaf 't vitaliteit.        

De herinneringen uit deze droom Lea, hadden vooral betrekking op mijn eerste twee levensjaren. Het hondje dat was ik. Mijn ‘zelf’ ervaarde ik niet als een samenhangend geheel. Het kon elk moment uit elkaar vallen als gevolg van de ernstige verwaarlozing en de tikken. Mijn jonge ouders hadden mij leeggemaakt voor hun eigen noodlijdendheid die zij als proppen in mij stopten. Mijn authentieke gevoelens van woede en angst over deze behandeling moest ik onderdrukken want alleen zo kon ik de illusie dat dit liefde was in stand houden en overleven. Maar niet alle woede en angst kon ik onderdrukken en verdringen. Zo probeerde ik de overweldigende angst die ik voelde ‘op te lossen’ door de ondraaglijke last te verplaatsen en te projecteren in muizen. Zo ontstond er in de beschadigende omgeving waarin ik me bevond een element van comfort. Want deze projectie van angst naar muizen gaf aangename gevoelens van welbehagen en verlichtte de angst en pijn. Je begrijpt dat ik erg bang voor muizen werd en vreesde ze onder mijn bed en dacht ze te zien en te horen. Enkele jaren later kreeg ik muizen en ‘overwon’ ik een deel van mijn eigen geprojecteerde angst. Maar de angst gaat niet weg door het te verplaatsen naar een ‘veilig’ object. Een echte overwinning is het dan ook niet want angst die niet is opgelost verlaat het lichaam niet. Het krijgt alleen een andere vorm in de leeftijdsfasen die volgen. Een deel van de woede en angst voor mijn ouders is altijd in mijn bewuste gedachten aanwezig gebleven en het is de woede geweest die de angst overwon.  

Ik kan je vertellen hoeveel vreugde ik voelde bij de overdenking van deze vroegste herinneringen dat ik zover met mezelf gekomen ben. Dat ik mijn gevoelens ken en weet wat ik nodig heb en wat niet om mijn leven zin te geven. Hoe doorvoeld en doorgewerkt dit vroege deel van mijn leven is dat het nu geen gevoelens meer oproept, omdat ik het kleine meisje dat ik was heel veel liefde heb gegeven en haar geschiedenis niet verloochen. Mijn gevoelsleven heeft zijn kaalheid verloren en er is een gedifferentieerd landschap ontstaan dat me doet denken aan een bloementuin: kleurrijk, geurend en  vol leven. Dromen tonen mij hoe het verleden was en hoe ik mijn volwassen leven beleef. Het is een prachtig functionerend instrument om jezelf beter mee te leren kennen.   

Het is zo waar wat je zegt dat het erg jammer is dat de oorsprong van angst niet verstaan wordt zolang de ouders gespaard en geïdealiseerd blijven en de gevoelens van kinderen niet serieus genomen worden. Dat we ook in een maatschappij leven die steeds aan de kant staat van de ouders omdat men niet de moed heeft de loochening op te geven. Klinieken vol met mensen met angststoornissen die nooit de oorsprong mogen ontdekken. Waar ze zeggen dat ze niet weten hoe angst ontstaat en de wortels niet kennen omdat ze door hun eigen onbewuste angst denkblokkades hebben en alleen doekjes bieden tegen het bloeden. 

En ik geloof ook dat de enige manier de vicieuze cirkel van geweld en ontkenning te doorbreken de doorschouwing is van de vroegste jaren van ons leven om de verbanden echt te begrijpen. Liefde kan mishandeling niet overleven als we de waarheid over wat ons eens overkomen is niet willen zien. Want zelfs een heel klein kind leert de pijn te ontkennen van zijn liefdeloze ouders en geeft zichzelf de schuld. En de angst maakt het onmogelijk in opstand te komen.

Nogmaals wil ik je bedanken dat je me schreef over de angst van de zoon en ik zo op het spoor kwam hoe angst zich beweegt en overgedragen wordt wanneer deze ondraaglijk is. Want nu zijn de verbanden me zo duidelijk geworden hoe gevaarlijk dit aspect van angst, als gevolg van  verwondende ervaringen, ook in latere relaties doorwerkt en iemand in ernstige verwarring en wanhoop kan brengen over wat liefde werkelijk is, omdat dezelfde karaktertrekken van eens de misbruikende ouders onbewust herkend worden en een trigger vormen voor zeer intense, onderdrukte gevoelens.

Ook begrijp ik nu zoveel beter hoe moeilijk het is om de kindgevoelens serieus te nemen en te herkennen, omdat juist in die eerste jaren van ons leven onze gevoelens door onwetende, verwondende ouders niet serieus werden genomen. Maar juist hier begint de weg naar een emotioneel eerlijk leven.

Tot gauw en met warme groeten en veel liefs van je vriendin,

Julia

    

Tags:

Picture 44.jpg

Laatste artikelen

Archief

Platform onze kindertijd © Rupz | Inloggen beheerder.